Aanmerken
Presens *onvoltooid tegenwoordige tijd | Imperfectum *onvoltooid verleden tijd | Perfectum *voltooid tegenwoordige tijd | |
---|---|---|---|
ik | merk aan | merkte aan | heb aangemerkt |
jij, je, u | merkt aan | merkte aan | hebt aangemerkt |
hij, zij, het | merkt aan | merkte aan | heeft aangemerkt |
wij | merken aan | merkten aan | hebben aangemerkt |
jullie | merken aan | merkten aan | hebben aangemerkt |
zij, ze | merken aan | merkten aan | hebben aangemerkt |