Aanpassen
Presens *onvoltooid tegenwoordige tijd | Imperfectum *onvoltooid verleden tijd | Perfectum *voltooid tegenwoordige tijd | |
---|---|---|---|
ik | pas aan | paste aan | heb aangepast |
jij, je, u | past aan | paste aan | hebt aangepast |
hij, zij, het | past aan | paste aan | heeft aangepast |
wij | passen aan | pasten aan | hebben aangepast |
jullie | passen aan | pasten aan | hebben aangepast |
zij, ze | passen aan | pasten aan | hebben aangepast |