blootleggen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | leg bloot | legde bloot | heb blootgelegd |
| jij, je, u | legt bloot | legde bloot | hebt blootgelegd |
| hij, zij, het | legt bloot | legde bloot | heeft blootgelegd |
| wij | leggen bloot | legden bloot | hebben blootgelegd |
| jullie | leggen bloot | legden bloot | hebben blootgelegd |
| zij, ze | leggen bloot | legden bloot | hebben blootgelegd |
Presens
Example presens sentences for Blootleggen with some of the pronouns.
- Ik leg de waarheid bloot.
- Jij legt het probleem bloot.
- Hij/zij legt de misstanden bloot.
- Wij leggen de kaarten bloot.
- Zij leggen de fouten bloot.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Blootleggen with some of the pronouns.
- Ik legde de plannen bloot.
- Jij legde de leugens bloot.
- Hij/zij legde de problemen bloot.
- Wij legden de verborgen agenda bloot.
- Zij legden de risico's bloot.
Perfectum
Example perfectum sentences for Blootleggen with some of the pronouns.
- Ik heb de geheimen blootgelegd.
- Jij hebt de zwakke punten blootgelegd.
- Hij/zij heeft de waarheid blootgelegd.
- Wij hebben de fraude blootgelegd.
- Zij hebben de bedreigingen blootgelegd.