interpungeren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | interpungeer | interpungeerde | heb geïnterpungeerd |
| jij, je, u | interpungeert | interpungeerde | hebt geïnterpungeerd |
| hij, zij, het | interpungeert | interpungeerde | heeft geïnterpungeerd |
| wij | interpungeren | interpungeerden | hebben geïnterpungeerd |
| jullie | interpungeren | interpungeerden | hebben geïnterpungeerd |
| zij, ze | interpungeren | interpungeerden | hebben geïnterpungeerd |
Presens
Example presens sentences for Interpungeren with some of the pronouns.
- Ik interpungeer de zinnen in mijn tekst.
- Jij interpungeert altijd grondig voordat je iets publiceert.
- Hij interpungeert zijn werk zorgvuldig om fouten te vermijden.
- Wij interpungeren regelmatig tijdens onze schrijflessen.
- Jullie interpunge(e)r(en) de teksten nauwkeurig voor de presentatie.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Interpungeren with some of the pronouns.
- Ik interpungeerde de zinnen in mijn tekst.
- Jij interpungeerde altijd grondig voordat je iets publiceerde.
- Hij interpungeerde zijn werk zorgvuldig om fouten te vermijden.
- Wij interpungeerden regelmatig tijdens onze schrijflessen.
- Jullie interpungeerden de teksten nauwkeurig voor de presentatie.
Perfectum
Example perfectum sentences for Interpungeren with some of the pronouns.
- Ik heb de zinnen in mijn tekst geïnterpungeerd.
- Jij hebt altijd grondig geïnterpungeerd voordat je iets publiceerde.
- Hij heeft zijn werk zorgvuldig geïnterpungeerd om fouten te vermijden.
- Wij hebben regelmatig geïnterpungeerd tijdens onze schrijflessen.
- Jullie hebben de teksten nauwkeurig geïnterpungeerd voor de presentatie.