miezeren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | null | null | null |
| jij, je, u | null | null | null |
| hij, zij, het | miezert | miezerde | heeft gemiezerd |
| wij | null | null | null |
| jullie | null | null | null |
| zij, ze | null | null | null |
Presens
Example presens sentences for Miezeren with some of the pronouns.
- Het miezert vandaag een beetje.
- Ik miezer regelmatig als ik naar huis loop.
- De regen miezert zachtjes op mijn paraplu.
- Mijn vriendin klaagt altijd wanneer het miezert.
- Kun je de miezer voelen op je gezicht?
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Miezeren with some of the pronouns.
- Toen ik buiten kwam, miezerde het al.
- Hij miezerde altijd tijdens onze picknicks.
- Er was weinig te doen behalve in de miezer lopen.
- Vroeger miezerde het vaak in deze regio.
- We waren aan het wandelen terwijl het miezerde.
Perfectum
Example perfectum sentences for Miezeren with some of the pronouns.
- Ik heb gemiezerd tijdens de hele wandeling.
- Zij hebben al die tijd in de miezer gestaan.
- Heb jij ooit gemiezerd in deze stad?
- De kinderen zijn nat geworden door het gemiezer.
- We hebben genoten van het miezeren in het bos.