misvormen
| Presens  | Imperfectum | Perfectum  | |
|---|---|---|---|
| ik | misvorm | misvormde | heb misvormd | 
| jij, je, u | misvormt | misvormde | hebt misvormd | 
| hij, zij, het | misvormt | misvormde | heeft misvormd | 
| wij | misvormen | misvormden | hebben misvormd | 
| jullie | misvormen | misvormden | hebben misvormd | 
| zij, ze | misvormen | misvormden | hebben misvormd | 
Presens
Example presens sentences for Misvormen with some of the pronouns.
- Ik misvorm een stuk klei tot een abstracte sculptuur.
 - Jij misvormt je mening door vooroordelen.
 - Hij misvormt zijn lichaam door intensieve krachttraining.
 - Wij misvormen de traditionele regels van het theater.
 - Zij misvormen de waarheid om hun eigenbelang te dienen.
 
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Misvormen with some of the pronouns.
- Ik misvormde een stuk klei tot een abstracte sculptuur.
 - Jij misvormde je mening door vooroordelen.
 - Hij misvormde zijn lichaam door intensieve krachttraining.
 - Wij misvormden de traditionele regels van het theater.
 - Zij misvormden de waarheid om hun eigenbelang te dienen.
 
Perfectum
Example perfectum sentences for Misvormen with some of the pronouns.
- Ik heb een stuk klei misvormd tot een abstracte sculptuur.
 - Jij hebt je mening misvormd door vooroordelen.
 - Hij heeft zijn lichaam misvormd door intensieve krachttraining.
 - Wij hebben de traditionele regels van het theater misvormd.
 - Zij hebben de waarheid misvormd om hun eigenbelang te dienen.