omkatten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | kat om | katte om | heb omgekat |
jij, je, u | kat om | katte om | hebt omgekat |
hij, zij, het | kat om | katte om | heeft omgekat |
wij | katten om | katten om | hebben omgekat |
jullie | katten om | katten om | hebben omgekat |
zij, ze | katten om | katten om | hebben omgekat |
Presens
Example presens sentences for Omkatten with some of the pronouns.
- Ik kat om naar mijn nieuwe appartement.
- Jij kat om in je vrije tijd.
- Hij/Zij kat om met oude meubels.
- Wij katten om voor de lol.
- Zij katten om hun huis op te knappen.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Omkatten with some of the pronouns.
- Vroeger katten we om met tweedehands spullen.
- Toen ik jong was, katten we altijd om als hobby.
- In die tijd katten zij om zonder veel kosten te maken.
- Wij katten vroeger om uitdrukking te geven aan onze creativiteit.
- Als kinderen katten we om onze slaapkamers op te fleuren.
Perfectum
Example perfectum sentences for Omkatten with some of the pronouns.
- Ik heb omgekat naar een modern interieur.
- Jij hebt omgekat met behulp van een binnenhuisarchitect.
- Hij/Zij heeft omgekat en is nu trots op het resultaat.
- Wij hebben omgekat naar een minimalistische stijl.
- Zij hebben omgekat na het winnen van de loterij.