onderkoelen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | onderkoel | onderkoelde | heb onderkoeld |
| jij, je, u | onderkoelt | onderkoelde | hebt onderkoeld |
| hij, zij, het | onderkoelt | onderkoelde | heeft onderkoeld |
| wij | onderkoelen | onderkoelden | hebben onderkoeld |
| jullie | onderkoelen | onderkoelden | hebben onderkoeld |
| zij, ze | onderkoelen | onderkoelden | hebben onderkoeld |
Presens
Example presens sentences for Onderkoelen with some of the pronouns.
- Ik onderkoel
- Jij onderkoelt
- Hij/Zij/Het onderkoelt
- Wij onderkoelen
- Jullie onderkoelen
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Onderkoelen with some of the pronouns.
- Ik onderkoelde
- Jij onderkoelde
- Hij/Zij/Het onderkoelde
- Wij onderkoelden
- Jullie onderkoelden
Perfectum
Example perfectum sentences for Onderkoelen with some of the pronouns.
- Ik heb ondergekoeld
- Jij hebt ondergekoeld
- Hij/Zij/Het heeft ondergekoeld
- Wij hebben ondergekoeld
- Jullie hebben ondergekoeld