verweven
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | verweef | verweefde | heb verweven |
| jij, je, u | verweeft | verweefde | hebt verweven |
| hij, zij, het | verweeft | verweefde | heeft verweven |
| wij | verweven | verweefden | hebben verweven |
| jullie | verweven | verweefden | hebben verweven |
| zij, ze | verweven | verweefden | hebben verweven |
Presens
Example presens sentences for Verweven with some of the pronouns.
- Ik verweef de draden tot een kleurrijk patroon.
- Jij verweeft je ideeƫn met die van anderen.
- Hij/Zij/Het verweeft zijn/haar ervaringen in zijn/haar verhalen.
- Wij verweven verschillende stijlen in onze muziek.
- Jullie verweven kunst en technologie in jullie project.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Verweven with some of the pronouns.
- Ik verweefde de draden tot een kleurrijk patroon.
- Jij verweefde je ideeƫn met die van anderen.
- Hij/Zij/Het verweefde zijn/haar ervaringen in zijn/haar verhalen.
- Wij verweefden verschillende stijlen in onze muziek.
- Jullie verweefden kunst en technologie in jullie project.
Perfectum
Example perfectum sentences for Verweven with some of the pronouns.
- Ik heb de draden tot een kleurrijk patroon verweven.
- Jij hebt je ideeƫn met die van anderen verweven.
- Hij/Zij/Het heeft zijn/haar ervaringen in zijn/haar verhalen verweven.
- Wij hebben verschillende stijlen in onze muziek verweven.
- Jullie hebben kunst en technologie in jullie project verweven.