wegvloeien
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | vloei weg | vloeide weg | ben weggevloeid |
| jij, je, u | vloeit weg | vloeide weg | bent weggevloeid |
| hij, zij, het | vloeit weg | vloeide weg | is weggevloeid |
| wij | vloeien weg | vloeiden weg | zijn weggevloeid |
| jullie | vloeien weg | vloeiden weg | zijn weggevloeid |
| zij, ze | vloeien weg | vloeiden weg | zijn weggevloeid |
Presens
Example presens sentences for Wegvloeien with some of the pronouns.
- Het water vloeit weg uit de gootsteen.
- De tijd vloeit weg als zand tussen je vingers.
- De energie vloeit weg na een intensieve workout.
- Het geld vloeit weg door onnodige uitgaven.
- De kleuren van de zonsondergang vloeien weg in elkaar.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Wegvloeien with some of the pronouns.
- Het water vloeide weg uit de gootsteen.
- De tijd vloeide weg als zand tussen je vingers.
- De energie vloeide weg na een intensieve workout.
- Het geld vloeide weg door onnodige uitgaven.
- De kleuren van de zonsondergang vloeiden weg in elkaar.
Perfectum
Example perfectum sentences for Wegvloeien with some of the pronouns.
- Het water is weggevloeid uit de gootsteen.
- De tijd is weggevloeid als zand tussen je vingers.
- De energie is weggevloeid na een intensieve workout.
- Het geld is weggevloeid door onnodige uitgaven.
- De kleuren van de zonsondergang zijn weggevloeid in elkaar.