Aantasten
Presens *onvoltooid tegenwoordige tijd | Imperfectum *onvoltooid verleden tijd | Perfectum *voltooid tegenwoordige tijd | |
---|---|---|---|
ik | tast aan | tastte aan | heb aangetast |
jij, je, u | tast aan | tastte aan | hebt aangetast |
hij, zij, het | tast aan | tastte aan | heeft aangetast |
wij | tasten aan | tastten aan | hebben aangetast |
jullie | tasten aan | tastten aan | hebben aangetast |
zij, ze | tasten aan | tastten aan | hebben aangetast |