onderdrukken
| Presens  | Imperfectum | Perfectum  | |
|---|---|---|---|
| ik | onderdruk | onderdrukte | heb onderdrukt | 
| jij, je, u | onderdrukt | onderdrukte | hebt onderdrukt | 
| hij, zij, het | onderdrukt | onderdrukte | heeft onderdrukt | 
| wij | onderdrukken | onderdrukten | hebben onderdrukt | 
| jullie | onderdrukken | onderdrukten | hebben onderdrukt | 
| zij, ze | onderdrukken | onderdrukten | hebben onderdrukt | 
Presens
Example presens sentences for Onderdrukken with some of the pronouns.
- Ik onderdruk mijn emoties.
 - Je onderdrukt de waarheid.
 - Hij/zij/het onderdrukt de opstand.
 - We onderdrukken de protesten.
 - Jullie onderdrukken de vrijheid.
 
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Onderdrukken with some of the pronouns.
- Ik onderdrukte mijn angsten.
 - Je onderdrukte de meningen van anderen.
 - Hij/zij/het onderdrukte de creativiteit.
 - We onderdrukten de vrijheid van meningsuiting.
 - Jullie onderdrukten de oppositie.
 
Perfectum
Example perfectum sentences for Onderdrukken with some of the pronouns.
- Ik heb mijn gevoelens onderdrukt.
 - Je hebt de informatie onderdrukt.
 - Hij/zij/het heeft de demonstratie onderdrukt.
 - We hebben de stemmen onderdrukt.
 - Jullie hebben de rebellie onderdrukt.