ondervinden
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | ondervind | ondervond | heb ondervonden |
| jij, je, u | ondervindt | ondervond | hebt ondervonden |
| hij, zij, het | ondervindt | ondervond | heeft ondervonden |
| wij | ondervinden | ondervonden | hebben ondervonden |
| jullie | ondervinden | ondervonden | hebben ondervonden |
| zij, ze | ondervinden | ondervonden | hebben ondervonden |
Presens
Example presens sentences for Ondervinden with some of the pronouns.
- Ik ondervind problemen met mijn computer.
- Hij ondervindt veel stress op het werk.
- Wij ondervinden moeilijkheden bij het plannen van de reis.
- Jullie ondervinden hinder van de verbouwing.
- Zij ondervinden weinig steun van hun collega's.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Ondervinden with some of the pronouns.
- Ik ondervond problemen met mijn computer.
- Hij ondervond veel stress op het werk.
- Wij ondervonden moeilijkheden bij het plannen van de reis.
- Jullie ondervonden hinder van de verbouwing.
- Zij ondervonden weinig steun van hun collega's.
Perfectum
Example perfectum sentences for Ondervinden with some of the pronouns.
- Ik heb problemen ondervonden met mijn computer.
- Hij heeft veel stress ondervonden op het werk.
- Wij hebben moeilijkheden ondervonden bij het plannen van de reis.
- Jullie hebben hinder ondervonden van de verbouwing.
- Zij hebben weinig steun ondervonden van hun collega's.