onderwijzen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | onderwijs | onderwees | heb onderwezen |
| jij, je, u | onderwijst | onderwees | hebt onderwezen |
| hij, zij, het | onderwijst | onderwees | heeft onderwezen |
| wij | onderwijzen | onderwezen | hebben onderwezen |
| jullie | onderwijzen | onderwezen | hebben onderwezen |
| zij, ze | onderwijzen | onderwezen | hebben onderwezen |
Presens
Example presens sentences for Onderwijzen with some of the pronouns.
- Ik onderwijs Nederlands aan internationale studenten.
- Jij onderwijst geschiedenis op de middelbare school.
- Hij onderwijst wiskunde aan de universiteit.
- Zij onderwijzen kunstgeschiedenis aan de academie.
- Wij onderwijzen Engels als tweede taal.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Onderwijzen with some of the pronouns.
- Vroeger onderwees ik Nederlands aan internationale studenten.
- Jij onderwees geschiedenis op de middelbare school.
- Hij onderwees wiskunde aan de universiteit.
- Zij onderwezen kunstgeschiedenis aan de academie.
- Wij onderwezen Engels als tweede taal.
Perfectum
Example perfectum sentences for Onderwijzen with some of the pronouns.
- Ik heb Nederlands onderwezen aan internationale studenten.
- Jij hebt geschiedenis onderwezen op de middelbare school.
- Hij heeft wiskunde onderwezen aan de universiteit.
- Zij hebben kunstgeschiedenis onderwezen aan de academie.
- Wij hebben Engels als tweede taal onderwezen.