screenen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | screen | screende | heb gescreend |
| jij, je, u | screent | screende | hebt gescreend |
| hij, zij, het | screent | screende | heeft gescreend |
| wij | screenen | screenden | hebben gescreend |
| jullie | screenen | screenden | hebben gescreend |
| zij, ze | screenen | screenden | hebben gescreend |
Presens
Example presens sentences for Screenen with some of the pronouns.
- Ik screen de sollicitanten op hun achtergrondinformatie.
- Jij screent de patiënten voor hun afspraak.
- Hij/zij screent de documenten op mogelijke fouten.
- Wij screenen de kandidaten voor de vacature grondig.
- Jullie screenen de bezoekers bij de ingang.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Screenen with some of the pronouns.
- Ik screende de sollicitanten op hun achtergrondinformatie.
- Jij screende de patiënten voor hun afspraak.
- Hij/zij screende de documenten op mogelijke fouten.
- Wij screenden de kandidaten voor de vacature grondig.
- Jullie screenden de bezoekers bij de ingang.
Perfectum
Example perfectum sentences for Screenen with some of the pronouns.
- Ik heb de sollicitanten gescreend op hun achtergrondinformatie.
- Jij hebt de patiënten gescreend voor hun afspraak.
- Hij/zij heeft de documenten gescreend op mogelijke fouten.
- Wij hebben de kandidaten voor de vacature grondig gescreend.
- Jullie hebben de bezoekers bij de ingang gescreend.